woensdag 1 augustus 2018

Rondrit naar Garz

Lekker lang geslapen en na het ontbijt bij het toerisme infokantoor langsgelopen.
De vriendelijke dame kon ons niet verder helpen met de uurregeling van de treinen.
Vanavond dan maar eventjes langs het station fietsen.
Op naar ons eerste fietstraject.
Rondrit naar Garz en terugkeren via Putbus.
Na een stukje langs de grote weg gaan we off road. En dat mag je letterlijk nemen.
Ik hoop dat dit geen voorproefje is van de komende trajecten.
Maar ik vrees er een beetje voor als ik de leesronde van de routebeschrijvingen goed doorgenomen heb.
Een paradijs voor wie houdt van kerkwegels, karrensporen en mountainbiketrajecten.
Veel onverhard (doenbaar om te fietsen), veel rul zand (onbefietsbaar na de droogte van de voorbije weken) en fietspaden in vooroorlogse betonplaten waar je je kan bekwamen in de kunst  van slalommen.
Onderweg ontmoeten we een koppel oudere fietsers.
Hoopvol informeren ze naar de (betere) toestand van het fietspad in de richting van waaruit wij komen.
We moeten hen teleurstellen.
We staan op een viersprong en welke richting je ook uitkijkt ... zand, zand, zand.
Bij het doorfietsen blijkt het traject dat zij al aflegden (en wij nu volgen) al bij al mee te vallen.
Het blijft toch min of meer ploegen en ploeteren.
We fietsen door mooie afwisselende landschappen maar een deel van de charme gaat verloren omdat je al je aandacht nodig hebt voor het fietspad en je stuurmanskunst.
Op een bepaald moment fietsen we langs de zee.
Tijd voor pootjebaden en het zand van tussen je tenen te spoelen.
Een idyllisch en rustig plekje ware het niet dat de stilte verstoord wordt door de muziek uit de Bluetooth speaker van zwemmende jeugd (die ook in het water wil genieten van hun favoriete nummers).
Bij het ondersteboven huis loopt er een boomboxende tiener midden op het fietspad.
Probeer daar met je fietsbel maar bovenuit te klinken.
In Putbus vangen we zowaar een paar regendruppels.
Zalig!!!
Het laatste deel van het traject gaat door het bos.
En zo belanden we uiteindelijk op de markt van Bergen.
Een ommetje nog naar het station lekker bergaf.
Dat betekent klimmen op de terugweg over de kasseien om tenslotte een laatste klim over de asfaltweg naar het hotel aan te vatten.
Klikpedalen ingeklikt.
En toen was het bijna fietsvakantie over.
Een auto verlaat de parking van de rodelbaan en rijdt traag voor mij uit.
Te traag vind ik om niet hinderlijk te zijn voor mijn klim.
Plots stopt hij.
Ik ben dicht genaderd.
Zet zich in achteruit en maakt aanstalten om snel achteruit op de parking te keren.
Ik begin al te bellen en te roepen als ik de achteruitrijlichten zie aanfloepen.
Maar de man en de passagiers zijn oostindisch doof.
Ik kan nog net uitwijken naast een boom en op zijn auto kloppen.
Pas dan merkt hij mij op.
Blind?
Hij verliet de parking toen hij fietsers zag aankomen en ze voor wou blijven.
Waar dacht hij dat ze naartoe waren?
Opgelost in de lucht?
Hij verontschuldigde zich wel.
Gut für Sie and noch besser für mich das nichts passiert is, heb ik het gesprek afgesloten.
't was nipt.