maandag 6 augustus 2018

Naar Sellin

Het traject loopt over Putbus waar we na de terugkeer met de Rasende Roland voor de 3e keer het traject over de betonplaten en de bosweg naar huis zullen nemen.
Of toch niet.
De (alternatieve) heenweg naar Putbus gaat een groot deel langs de grote weg.
Redelijk rustige grote weg.
Dus zullen we bij terugkeer comfortabel naar het hotel terugfietsen.
Dat we deze route niet eerder ontdekt hebben ...
Van Putbus gaat het over kleine en goed befietsbare wegen.
We rijden het onderstebovenhuis nog een keertje voorbij.
De caches onderweg laten zich vinden.
Bij een molen vragen we uitleg over de hint.
Steuerbaum.
Blijkt van cruciaal belang te zijn.
Want eens we de betekenis van het woord kennen (nee, Google translate en aanverwanten hebben ons niet vooruitgeholpen) toveren we de cache in een mum van tijd boven.
Mooie plek en ruimte in de box om de TravelBug van collega Carina achter te laten en op reis te sturen.
De ideale plek ook voor onze lunch.
Even later volgt de kers op de taart voor deze trip.
Het veer van Baabe.
Met roeiboot en levensechte veerman.
We fietsen verder tot aan de Oostzeekust met zijn badplaatsen en -plaatsjes.
Na een verkoelend ijsje moeten we een supersteile helling beklimmen.
Fahrräder absteigen!
En we halen nog net de Rasende Roland die wat vertraging heeft.
Veel volk op het perron.
Wie zijn fiets moet (laten) inladen komt dus laat in de trein.
Geen vrije zitplaatsen.
Een jonge vrouw nodigt Linda uit om naast haar plaats te nemen.
Smalle bank, maar voor hen beiden lukt het net.
Als ik weer omkijk zie ik een vrije plaats.
Ik vraag of ik kan zitten en krijg een nors antwoord van de Duitser op de plaats ertegenover.
'Die komt zurück'.
Ja, maar wanneer?
Ik veronderstel dat het de plaats van zijn vrouw is en dat zij even verderop in de buffetwagon (ja, ja) een drankje haalt.
Even later komt er een jongetje van een jaar of 10.
Het was zijn plaats.
Ik bied hem de plaats terug aan maar eigenlijk wil hij liever rondlopen.
Papa gromt wat.
We zullen nog redelijk wat tijd samen op de trein doorbrengen.
Bij het afstappen bedank ik de jongen voor de zitplaats.
Hij straalt.
Vader wat minder.
Uiteindelijk zwaaien ze toch alletwee van op het balkonnetje tussen de wagons in.
Terugrit langs een nieuw aangelegde straat, een stukje onverhard en de asfaltweg naar Bergen.
Eitje.
Elke rit eindigt met een klim naar ons hotel.